Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo zegt de HEERE, de Verlosser van Israel, [30]Zijn Heilige, tot [31]de verachte ziel, tot Dien, aan Welken [32]het volk een gruwel heeft, [33]tot den Knecht dergenen, [34]die heersen: Koningen [35]zullen het zien en [36]opstaan, [ook] vorsten, en [37]zij zullen zich [voor U] buigen; [38]om des HEEREN wil, [39]Die getrouw is, om [40]den Heilige Israels, [41]Die U verkoren heeft. 30. Dat is, die de Heilige van Israel is, gelijk boven hfdst.10 vs.17. 31. Hebreeuws, den verachte van ziel; dat is tot Christus, die in deze wereld van alle goddelozen [die te aller tijd verre de meesten zijn geweest] is veracht geweest. Anders: dien een ieder veracht. Anders: tot [dien] welken de ziel, [dat is schier ieder man, de grootste en voornaamste hoop der Joden] veracht. Zie hfdst.53 vs.3; Matth.27:22,23,29,40; Joh.7:48. 32. Te weten het boze Joodse volk. 33. Dat is, tot Christus, die in de gedaante van een knecht in deze wereld verschenen is. 34. Te weten te Jeruzalem, als Herodes, Pontius Pilatus, enz. 35. Of, zullen U zien; dat is, kennen en eren voor den Heiland en Zaligmaker der wereld. Zie Ps.71:10,11. 36. Tot een teken van eerbieding, gelijk Lev.19:32. 37. Of, en zullen U aanbidden. 38. God den Vader in den Zoon erende. 39. Die zijne belofte van de zending van zijn Zoon Jezus Christus in het vlees getrouwelijk houden zal. 40. Dit is, om desgenen wil, die de Heilige Israels is; zie boven in vs.7. 41. Te weten tot zijn knecht en Middelaar der uitverkorenen. Hier is verandering van persoon, want tevoren heeft hij van Christus gesproken in den derden persoon, hier in den tweeden.
, [2004], David Kummerow, Re-examining the Referent(s) of Isaiah 49:1-13; This article argues that the links between, and terminology of, Isaiah 49:1-6 and 7-9b closely associate different referents: the Servant in the former and Israel in the latter. This close association of the two referents, which has led to the common understanding that only one referent, the Servant, is here on view, instead functions to reveal that restored Israel becomes involved in the Servant's mission. God's goal of bringing blessing to the world is both through the work of the Servant and restored Israel.